Foto: Daktuin Ebben Inspyrium - Ontwerp Algemeen: Victor Dijkshoorn en Toon Ebben - Ontwerp Beplanting: Marie-Ange Eneman en Thijs Dolders
Groendaken geraken steeds meer ingeburgerd in het straatbeeld, maar er bestaan ook zogenaamde blauw-, rood-, bruin- én zelfs geeldaken. Al deze vormen van een ‘klimaatdak’ bieden tal van voordelen voor de omgeving, het klimaat en het gebouw zelf. Welk kleurtje past het best op jouw dak?
Het totale dakoppervlak in België is moeilijk exact te bepalen, maar er zijn schattingen te maken op basis van gegevens over het aantal gebouwen en hun gemiddelde dakoppervlak. Volgens een rapport van de Vlaamse MilieuMaatschappij (VMM) uit 2017 is er ongeveer 150.000 hectare aan gebouwen in Vlaanderen, en een groot deel daarvan heeft een dak. Als we Wallonië en Brussel erbij optellen, kan het totale dakoppervlak in België worden geschat op ongeveer 250.000 tot 300.000 hectare (2.500 tot 3.000 km²).
Niets dan voordelen
Dit enorme dakoppervlak biedt een enorm potentieel in de strijd tegen de klimaatverandering en voor het boosten van de biodiversiteit. Door het verduurzamen van daken, bijvoorbeeld door het aanleggen van groendaken, blauwdaken, rooddaken, bruindaken of zonnepanelen (ook wel eens geeldaken genoemd), kan ieder van ons een steentje bijdragen. Eigenlijk zijn er niets dan voordelen. Het helpt bij de isolatie van het gebouw, het tijdelijk opvangen en vasthouden van regenwater, de verbetering van de luchtkwaliteit, het verhogen van de biodiversiteit, geluidsdemping,... Daarnaast verlengt het de levensduur van je dak én het ziet er vaak ook gewoon heel mooi uit.
Maar wat is nu juist het verschil tussen groen, rood, bruin of blauw? En hoe begin je eraan?
Extensieve vs. intensieve groendaken
Groendaken zijn het bekendst en toepasbaar op zowel platte daken als hellende daken. Het dak wordt bedekt met levende planten, gecombineerd met een speciaal systeem voor drainage en wateropslag. Er bestaan zogenaamde extensieve en intensieve groendaken. Extensieve daken zijn meestal bedekt met een dunne laag vegetatie, zoals sedum, mossen of gras. Ze zijn relatief licht van gewicht en vereisen weinig onderhoud.
Intensieve groendaken zijn meer volledige “tuinen” op daken, die vaak grotere planten, struiken en zelfs bomen bevatten. Ze vergen meer onderhoud en een dikkere laag substraat (de bodemlaag waarin de planten groeien).
Rode recreatiedaken
Rooddaken zijn meestal grotere daken - zoals van een appartementsgebouw of een parkeergarage - die een sociale functie krijgen, gecombineerd met groen. Het zijn recreatieve plekken waar kan worden samengekomen, gespeeld, gesport én van een groen kader kan worden genoten.
Bruine daken: de bodem op je dak
Bij een bruindak is het resultaat geen bruin dak, maar een dak waarop je de originele toplaag van een bouwgrond op het dak aanbrengt. Alle in die ‘bruine’ bodemlaag aanwezige zaden gaan kiemen en uitgroeien tot planten. Zo is ieder bruindak een unieke situatie, die al is aangepast aan de omgeving en de lokale biodiversiteit.
Bruindaken (brown roofs) werden ontwikkeld in Londen waar steeds meer braakliggend terrein verdween door bebouwing. Daarmee verdwenen ook grote stukken habitat voor diverse vogels en vlinders. Hier ontstond het idee om bij nieuwbouw eerst deze toplaag af te graven, te bewaren en later als dakafwerking te gebruiken. Wanneer het niet mogelijk is om met de originele bodem te werken, kan ook steengruis uitgestrooid worden. De planten komen bij voorkeur spontaan aangewaaid.
Begroeide daken bieden vogels een bron van voedsel, nestgelegenheid en een veilige plek weg van het verkeer en bepaalde roofdieren.
Bruindaken (brown roofs) werden ontwikkeld in Londen waar steeds meer braakliggend terrein verdween door bebouwing
Blauwdaken: water vasthouden én afvoeren
Op een blauwdak wordt eerst een systeem geïnstalleerd dat hemelwater kan vasthouden én kan afvoeren. Bovenop een beschermmat komen retentie-elementen zoals kratten die het water kunnen opslaan. Daarboven komt een toplaag naar keuze: beplanting, verharding of zonnepanelen. Een blauwdak kan dubbel zoveel water opslaan als een groendak: 60l/m²) in plaats van 30l/m². Bij een groendak is bovendien het principe: vol is vol. Eenmaal verzadigd heeft het dak geen waterbufferende functie meer en bij een nieuwe regenbui stroomt water daardoor direct af. Een blauwdak kan water passief én actief laten afstromen.
Expert inschakelen spaart zorgen uit
Voor elke situatie moet bekeken worden wat de beste optie is. Bovendien is het cruciaal om met kennis van zaken te werk te gaan. En daar komt de tuin- en landschapsarchitect in het vizier als dé expert ter zake. Wat is de draagkracht van het dak? Met welke andere technische aspecten moet zeker rekening gehouden worden? Welke opbouw garandeert een feilloze drainage, en dat voor tientallen jaren? Deze zaken van in begin grondig bekijken en een juiste uitvoering zijn dé garantie om decennialang zorgeloos van je klimaatdak te kunnen genieten.
Door het verduurzamen van daken, bijvoorbeeld door het aanleggen van groendaken, blauwdaken, rooddaken, bruindaken of zonnepanelen (ook wel eens geeldaken genoemd), kan ieder van ons een steentje bijdragen